Meer over Traditioneel Aikido

Dojo etiquette

In Japan heeft men door de jaren heen altijd een gedisciplineerde wijze van leven gehad. Dit is tot op de dag van vandaag in grote mate nog steeds zo. In de dojo zijn er regels, een etiquette, die men zich eigen maakt om de sfeer plezierig en ordelijk te houden. Deze regels zijn niet anders dan de regels die iemand in zijn eigen huis heeft. Standaard horen fatsoen en beleefdheid daarbij. Een dojo waar de etiquette correct wordt gevolgd zal een ideale leeromgeving zijn voor de krijgskunst die men daar wil bestuderen. In de Dojo is de beoefenaar niet thuis, hij is de genodigde van de meester. In een traditionele Dojo kent alles zijn plaats, de leerlingen respecteren de regels vastgesteld door de meester.
Iedere dojo heeft een andere dojo etiquette, afhankelijk van de Sensei.
Een belangrijk onderdeel van de etiquette is het groeten.
Op Oosterse wijze wordt gegroet met een buiging naar elkaar. Dit buigen kan vanuit een staande positie (RitsuRei) en in een geknielde positie (Za-Rei) . Het groeten vindt plaats op verschillende momenten en heeft daarin een verschillende betekenis.
Het groeten bij het binnenkomen van de Dojo heeft oa. als betekenis dat je hiermee aangeeft je te willen conformeren met de regels die binnen deze Dojo heersen.
Het groeten naar elkaar heeft niets te maken met onderdanigheid, het hoeft ook geen religieuze betekenis te hebben. Het is in eerste instantie een symbolische handeling waarmee respect en vriendschap wordt uitgedrukt.
Ook de kledij binnen de Dojo maakt deel uit van de tradities van het Aikido. Een keikogi: letterlijk oefenkledij Een obi: een gordel om de kledij samen te houden Een hakama: traditionele broekrok. Zooris: een soort sandalen met banden.
De hakama is een soort opgeblazen broek die op een broekrok lijkt en wordt slechts na een aantal jaar gedragen, je Sensei geeft aan wanneer je er klaar voor bent.. De hakama is dus nooit een teken van gradatie, maar een gewoon kledingstuk.